“Een goede makelaar/taxateur combineert empathie met een zakelijke instelling”

Sinds 19 mei jl. is Harry Bruijniks voorzitter van VBO Makelaar. In de afgelopen zeven maanden heeft hij kennisgemaakt met tal van VBO-leden en inmiddels heeft hij ook zijn opwachting gemaakt in politiek Den Haag. Voor veel VBO’ers was Bruijniks geen bekende. Hij is immers geen makelaar of taxateur. Hij bekleedde jarenlang een aantal topfuncties in de retailwereld en bekleedt nog steeds enige bestuursfuncties in die sector. Inmiddels voelt de voorzitter zich als een vis in het water. Met groot gemak en met veel enthousiasme praat hij over actuele kwesties en over de koers die VBO Makelaar vaart – nu en in de toekomst.

Het eerste halfjaar zit erop. U hebt alle regio’s bezocht. Hoe is de kennismaking bevallen?
“Prima! Ik heb de leden van VBO Makelaar leren kennen als echte ondernemers, die openstaan voor innovatieve ideeën. Ze begrijpen het belang van goede marketing en rekenen hierbij op onze ondersteuning op alle mogelijke terreinen: van ICT- tot juridische diensten. Daarnaast zijn we natuurlijk belangenbehartiger voor onze leden; onder andere in politiek en bestuurlijk Den Haag.”

U komt zelf uit de retailwereld. Is het een voordeel of een nadeel dat de voorzitter van VBO Makelaar zelf geen makelaar/taxateur is?
“In beide branches is goed en veel contact met mensen belangrijk. Zij maken het verschil. Dat geldt voor winkeliers maar ook voor makelaars. Hoe ga je met je klant om? Heb je empathie en kun je een zakelijke instelling combineren met de behoefte om je klant te helpen? Dat zijn wat mij betreft de vragen waar het om gaat. In beide sectoren geldt dat onverschilligheid ‘dodelijk’ is. De klant merkt het meteen als je niet echt geïnteresseerd bent.”

De makelaar/taxateur komt af en toe op negatieve manier in het nieuws. Ergert u zich daaraan?
“Natuurlijk; zeker als een enkel incident enorm wordt uitvergroot, en de indruk wordt gewekt dat alle makelaars er met de pet naar gooien. In Nederland zijn zo’n 9.000 makelaars/taxateurs actief, die voor het overgrote deel hun werk goed en consciëntieus doen. Dan mag je niet op grond van enkele incidenten een imago van een hele beroepsgroep te grabbel proberen te gooien.”

Het rijk gaat in stedelijke gebieden met de grootste vraag naar woningen een actievere en regisserende rol spelen.
“Daar ben ik heel blij mee. Er moet gebouwd worden! De traagheid die kenmerkend is voor het opstellen van bestemmingsplannen; daar moeten we nu echt eens vanaf. We zien steeds meer transformatie van winkel- en kantoorpanden tot woningen, maar dat is niet voldoende om aan de vraag te voldoen. Voor starters is het vrijwel onmogelijk om een woning te vinden in de stad waar ze werken; zeker als de hypotheekverstrekkers ook de studieschuld ‘meenemen‘ in hun beoordeling. En de werkgelegenheid zit nu eenmaal vooral in de grote steden. Bovendien zijn starters gebaat bij flexibiliteit. Ze weten aan het begin van hun loopbaan nog niet waar ze op termijn zullen gaan werken. Het probleem dat ze vaak een tijdelijk contract krijgen, helpt ook al niet.”

Wat vindt u van het kabinet-Rutte III en van het regeerakkoord?
“Het is een goede zaak dat de Loan-to-Value na 2018 op 100% blijft. Een verdere daling zou funest zijn voor de starter. Ook interessant is de verbinding die in het regeerakkoord wordt gemaakt tussen pensioen en hypotheek. Maar het is belangrijk dat de fiscale maatregelen budgetneutraal voor de consument uitpakken. Daar moet niet weer onrust ontstaan.”

De positie van de starters vormt dus een pijnpunt. Zijn er nog meer pijnpunten?
“Zeker. De huurmarkt is minstens even problematisch. We hebben een sociale huurmarkt die in principe goed functioneert, al zijn de wachtlijsten hier en daar erg lang. Het grote probleem zit bij de lage middeninkomens. Wie net te veel verdient voor een sociale huurwoning, kan eenvoudig geen huur van 1.000 euro (of meer) betalen. Kopen lukt vaak ook niet. Die mensen vallen dus tussen wal en schip.”

Lees het volledige interview met Harry Bruijniks in de Vastgoed Adviseur van december.